'Het mag misschien vreemd klinken, maar de wezens van Hoys houden mij een spiegel voor. Door hun stilte weet ik hoe manipuleerbaar taal is. Van hun schijn van onvergankelijkheid heb ik geleerd dat je in het leven uiteindelijk je problemen zelf moet oplossen. Sterven doe je alleen. Er blijft nog even de herinnering. En dan is er de aarde. De klei. En dan komt misschien nieuw leven.
Broos en onvergankelijk. Hoys laat ons wankelen tussen uitersten.
Als eenvoud een van de kwaliteiten van goede en tijdloze kunst is, dan zitten we met iemand als Hoys goed'.
Johan Debruyne